In heel wat klassieke tuinen mét moestuin is die moestuin duidelijk afgebakend en groeien er hoofdzakelijk éénjarige gewassen, vaak mooi in rijtjes. Meer en meer mensen kiezen tegenwoordig echter voor de ‘eetbare tuin’. In een eetbare tuin is het overgrote deel die er groeit effectief eetbaar.

Wat groeit er allemaal in een eetbare tuin?

• fruitstruikjes- en boompjes
• meerjarige gewassen zoals aardpeer, artisjokken, asperges, Brave Hendrik, eeuwig moes, rabarber, Roomse kervel, snijbiet, zeekool en zuring
• vaste kruiden zoals bieslook, dragon, lavas, salie, tijm en rozemarijn
• maar ook éénjarige kruiden zoals basilicum, bonenkruid, kervel en koriander
• eetbare bloemen zoals goudsbloem, kamille, korenbloem en Oost-Indische kers
• daartussen staan ook vaak zeer nuttige eetbare bloemen en kruiden zoals stinkertjes, dropplant en dille
• en natuurlijk ook éénjarige gewassen zoals aardappelen, aubergine, bietjes, bloemkool, boontjes, broccoli, courgettes, erwten, komkommer, prei, rapen, sla, spinazie en tomaten
• aangewaaide eetbare gewassen zoals gehoornde klaverzuring, tuinmelde en veldkers (Eet echter nooit iets op waarvan je geen 100% zeker bent dat het eetbaar is!) 

In een eetbare tuin groeien alle gewassen meestal door elkaar en mag de natuur wat meer haar gang gaan dan in de klassieke moestuin. Daardoor kunnen vele gewassen zichzelf na bloei ook uitzaaien; denk bijvoorbeeld aan bloedzuring, spinazie en veldsla.

Een eetbare tuin is een tuin waaruit je het hele jaar lang kunt oogsten. Doordat er meer méérjarige gewassen in staan én je de natuur wat meer haar gang laat gaan heb je doorgaans zelf ook minder werk in jouw tuin dan in de klassieke tuin met moestuin.